“Ik hoop dat mijn verhaal anderen helpt om over een eventuele drempel heen te stappen”
Daphne vertelt over haar afwijkende uitstrijkje en het vervolgtraject
Gepubliceerd op: 11 januari 2023Daphne Trienes-Oonk (30 jaar), ontving in de zomer van 2022 haar eerste uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Ze hoefde hierover niet na te denken en plande snel een afspraak bij de huisarts voor het uitstrijkje. Een paar weken later kreeg ze de uitslag: er zaten matig afwijkende cellen tussen. “Als je voor het eerst een uitstrijkje laat maken, verwacht je niet dat deze afwijkt”, vertelt Daphne. Ze vertelt over het uitstrijkje, de uitslag en het vervolgtraject bij de gynaecoloog.
Een actueel onderwerp; Het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Voor Daphne was er geen twijfel of ze zou meedoen aan het onderzoek. “Als jeugdverpleegkundige maatschappij en gezondheid ben ik dagelijks bezig met preventie, oftewel met het voorkomen van ziekte. Daardoor weet ik hoe belangrijk het is om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek. Ik plande dus bij het ontvangen van de uitnodiging vrij snel een afspraak in bij de huisarts om een uitstrijkje te laten maken”, vertelt Daphne. Het uitstrijkje zelf vond ze niet spannend. “Je voelt er weinig van en je staat zo weer buiten.”
Matig afwijkende cellen
Binnen vier weken ontving ze de uitslag. “Ik werd door de huisarts gebeld. Ze vertelde dat de uitslag PAP3a2 was. Dit houdt in dat er matig afwijkende cellen waren gevonden. Niet direct reden voor paniek, maar ik kreeg wel een doorverwijzing naar de gynaecoloog voor verder onderzoek.” Bij PAP3a2 ruimt je lichaam het virus meestal zelf op, maar wordt er vaak toch een behandeling geadviseerd. “Een paar dagen na het belletje van de huisarts ontving ik ook de brief met de uitslag. Ik vond het prettig dat ik eerst werd gebeld door de huisarts. Zij kon meer uitleg geven, dat was geruststellend. Je verwacht namelijk niet dat je eerste uitstrijkje afwijkt.”
“Je verwacht niet dat je eerste uitstrijkje afwijkt”
Naar de gynaecoloog
Na het gesprek met de huisarts maakte Daphne direct een afspraak bij de gynaecoloog van het SKB. “Eerst had ik een telefonische afspraak voor algemene vragen over mijn gezondheid. Ook kreeg ik al uitleg over de colposcopie, waarbij ze met een soort microscoop naar de baarmoedermond kijken. Hiervoor werd een aparte afspraak ingepland op de polikliniek. Tijdens deze afspraak hebben ze, naast de colposcopie, op drie plekken biopten (kleine stukjes weefsel) weggehaald voor verder onderzoek. Hier voelde ik bijna niks van.” Ongeveer twee weken later ontving ze hiervan de uitslag.
Snel terecht voor behandeling
“Ik werd weer gebeld door de gynaecoloog. Eén van de drie biopten, die ze eerder hadden afgenomen, week af. De kans dat mijn lichaam het vanzelf zou opruimen was kleiner en daarom kreeg ik het advies om een behandeling te ondergaan: een lisexcisie.” Bij een lisexcisie haalt de gynaecoloog als het ware een dun schilletje met de afwijkende cellen weg. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving op de poliklinische behandelkamer. “Ik kon een week na de uitslag al terecht voor de behandeling. Dat vond ik heel fijn, want dan hoef je er niet zo lang tegen aan te hikken.”
‘Fijn als er iemand bij je is en meeluistert’
Daphne: “Ik zag een beetje op tegen de verdoving, maar daar voelde ik nauwelijks wat van. De behandeling duurde ook maar vijftien à 20 minuten. Daarna moest ik in de loungeruimte een half uur wachten zodat ze me nog even goed in de gaten konden houden.” Vervolgens kreeg Daphne informatie mee en mocht ze naar huis. “Ik mocht zelf niet rijden, dus mijn man was mee. Hij mocht ook tijdens de behandeling mee naar binnen. Zelf ben je toch een beetje gespannen en dan is het fijn als er iemand bij je is en meeluistert.”
Andere vrouwen helpen
De uitslag, van het weefsel dat ze tijdens de lisexcisie hadden weggenomen, was gunstig. Daarom hoeft Daphne pas over een halfjaar weer terug te komen bij de gynaecoloog voor een uitstrijkje ter controle. Verder gaat het goed met haar. “Ik kon vrij snel weer werken en wandelde na een week mijn standaard rondje met de honden weer. Het viel mij erg mee. Ik hoop dat mijn verhaal anderen helpt om over een eventuele drempel heen te stappen om een uitstrijkje te laten maken en ook hoe een vervolg eruit kan zien. Daarnaast wil ik nog meegeven: praat erover met anderen en betrek je partner erbij. Dat heeft mij erg geholpen”, sluit Daphne af.
Het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
Met het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker wordt gekeken bij vrouwen van 30 tot en met 60 jaar of zij risico hebben op baarmoederhalskanker. Door er vroeg bij te zijn kan baarmoederhalskanker worden voorkomen. Baarmoederhalskanker komt door een langdurige besmetting met een virus: het humaan papillomavirus (HPV). HPV komt veel voor. Bijna iedereen, zowel vrouwen als mannen, heeft een keer HPV. Bijna altijd ruimt het lichaam het virus zelf op. Soms lukt dit niet, bijvoorbeeld bij een verminderde weerstand of bij mensen die roken. Als het lichaam het virus niet opruimt, kunnen de cellen in de baarmoederhals veranderen. Afwijkende cellen kunnen veranderen in een voorstadium van baarmoederhalskanker. Dit is nog geen kanker en vaak goed te behandelen. Door te behandelen, kan worden voorkomen dat kanker ontstaat.
Zelfafnameset
Vindt u het vervelend om een uitstrijkje te laten maken bij de huisarts? Dan kunt u een zelfafnameset aanvragen via https://mijn.bevolkingsonderzoeknederland.nl/login met uw DigiD. U krijgt de zelfafnameset binnen veertien dagen thuis gestuurd. In de gebruiksaanwijzing ziet u stap voor stap hoe u de zelfafnameset kunt gebruiken. Na deelname ontvangt u binnen vier weken een brief met de uitslag.
Bron: Bevolkingsonderzoek Nederland.