Ga direct naar inhoud

Pijn bij kinderen

Pijn is een naar, onprettig gevoel. In sommige gevallen heeft pijn een nuttige signaalfunctie. Pijn geeft dan als het ware een waarschuwing. In andere gevallen is de signaalfunctie verloren gegaan en heeft de pijn geen functie. Zulke pijn is veel meer dan alleen een onprettig gevoel en kan grote invloed hebben op het dagelijks leven van een kind. Een goede behandeling is daarom belangrijk.

Na operaties of ongevallen kan het kind pijn ervaren. Maar ook spanningen kunnen pijn veroorzaken of verergeren (psychosomatisch). Als pijn leidt tot een verminderd slaappatroon of een sterk verminderde eetlust, kan dat het functioneren op school of het omgaan met andere kinderen beïnvloeden. Pijn kan ook het genezingsproces vertragen. Een kind dat na een operatie veel pijn heeft en zich angstig voelt, kan het bijvoorbeeld akelig vinden om de dingen weer op te pakken die nodig zijn voor het revalidatieproces. Pijn kan ook de stemming van een kind beïnvloeden. Gevoelens van irritatie en vermoeidheid dragen niet bij aan de geestelijke gezondheid en daarmee ook niet aan het genezingsproces.

Vraag uw kind of het pijn heeft. Soms heeft een kind wat aanmoediging nodig om over pijn te praten: kinderen uiten hun klachten niet altijd vanzelfsprekend. Sommige kinderen zijn te jong om duidelijk aan te geven waar zij pijn hebben en hoe erg de pijn is. Door te huilen of door hun gezicht te vertrekken laten kinderen wel zien dat zij pijn hebben. Soms wijzen of drukken kinderen op de plaats waar het pijn doet.

De verpleegkundige op de kinderafdeling die is opgeleid in het omgaan met kinderen met pijn, houdt regelmatig een score bij om uit te drukken hoe de toestand van het kind is. Er wordt ook gelet op het gedrag en op de lichamelijke toestand (hartslag, ademhaling). Bij pasgeborenen en peuters is een observatie van het gedrag vaak de enige methode om pijn te beoordelen.

Postoperatieve pijn (pijn na de operatie)
Pijnbestrijding is ook voorkómen van pijn. Dat doen we door medicijnen te geven voordat het kind pijn krijgt. Uw kind krijgt op vaste tijden pijnstillers voor en na de operatie. Deze worden voorgeschreven door de anesthesioloog. Dit kunnen soms meerdere soorten pijnstillers zijn.

Bij grotere operaties is het vaak nodig morfinepreparaten voor te schrijven. Het geven van morfine aan kinderen klinkt misschien merkwaardig. Toch is het inmiddels heel gewoon en absoluut verantwoord. Er is veel onderzoek gedaan naar deze middelen en de uitwerking ervan op kinderen. U hoeft niet bang te zijn voor verslaving.
 
De pijnservice van het Streekziekenhuis Koningin Beatrix is vanaf de dag van de operatie beschikbaar bij pijnproblemen. Bij kinderen met een ruggeprik- of plexus catheter na de operatie, komt vanaf de eerste dag dagelijks een medewerker van de pijnservice langs. Deze evalueert de pijnstilling en mogelijke bijwerkingen en past deze zo nodig aan.
 
Indien de pijn bij het kind niet onder controle te krijgen is door de specialist, kan deze de pijnservice oproepen ter ondersteuning. Na een pijnanamnese zullen we onze bevindingen overdragen aan de arts en het behandelplan starten met als doel het kind een zo optimaal mogelijke pijnvermindering te kunnen verlenen.

Direct naar