Ga direct naar inhoud

Pijnbehandeling

Voorbereiding

  • Waarschuw uw arts als u voor de behandeling koorts heeft.
  • Informeer uw arts of verpleegkundige vóór de behandeling over een (mogelijke) zwangerschap.
  • Gebruik vier uur voorafgaand aan de proefbehandeling geen pijnstillers meer, omdat het bij deze behandeling juist belangrijk is dat u de pijn goed kunt aangeven.
  • Informeer uw arts als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt. Het is voor ons belangrijk om te weten welke medicijnen u gebruikt.
  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen buiten de trombosedienst om, zoals Ascal, Acetylsalicylzuur of Plavix, dan dient u hier één week voor de behandeling mee te stoppen.Na de behandeling kunt u deze medicijnen weer innemen.
  • Voor sommige behandeling moet u nuchter zijn. Dat wil zeggen dat u vanaf 24.00 uur niets meer mag eten of drinken. Voor andere behandelingen mag u een licht ontbijt (kop thee met een beschuit) gebruiken of normaal ontbijten. De anesthesioloog informeert u over wat u wel of niet mag eten en drinken voorafgaand aan de behandeling.
  • Neem bij elke pijnbehandeling iemand mee, omdat na veel behandelingen de kracht en het  gevoel in uw armen of benen verminderd kan zijn of zelfs afwezig is. Autorijden, fietsen of lopen is daardoor tijdelijk niet of beperkt mogelijk en de verzekering dekt de schade niet bij ongevallen die meteen na een behandeling ontstaan.


De behandeling

De pijnbehandeling vindt plaats in een speciale daarvoor ingerichte behandelkamer. Vanaf de afdeling dagbehandeling wordt u in een bed naar deze behandelkamer gebracht. U mag uw eigen (gemakkelijk zittende) kleding aanhouden, in een enkel geval krijgt u een operatiehemd aan.
 
Eenmaal op de behandelkamer neemt u plaats op de behandeltafel, doorgaans in buikligging. In principe wordt u behandeld door de  anesthesioloog die u tijdens het spreekuur gezien heeft. De behandeling kan bij hoge uitzondering door een andere anesthesioloog verricht worden. Hij is echter goed op de hoogte, omdat het behandelplan in uw dossier bijgehouden wordt.
 
Voordat de pijnbehandeling begint, krijgt u een plaatselijke verdoving. Dit kan even gevoelig zijn. Wordt er tijdens de behandeling met stroompjes gewerkt, dan krijgt u ook een aardeplaat (een soort grote pleister) op uw lichaam geplakt. Met behulp van röntgen wordt de juiste naaldpositie bepaald. Is deze gevonden dan zal de pijnbehandeling starten.
 
Tijdens een proefstimulatie van de zenuw wordt met een elektrische prikkel (de eerder genoemde "stroompjes") de aangedane zenuw of het zenuwtakje van de aangedane wervelstructuren opgezocht en gestimuleerd. Zo worden zenuwtakjes opgespoord, waardoor de juiste behandeling mogelijk is.

Na de behandeling
Alleen in overleg en samen met u kunnen wij iets aan uw pijn en de consequenties hiervan doen. De anesthesioloog bespreekt dit plan met u. Ook krijgt u schriftelijke informatie. Het komt voor dat ondanks alle inspanningen van uw en onze zijde geen daadwerkelijke pijnvermindering optreedt. In dat geval kunnen wij mogelijk een bijdrage leveren door u te leren, anders of beter met uw pijnklachten om te gaan.
 
Napijn
Het is mogelijk dat u na de behandeling nog steeds pijn voelt. Deze pijn kan vooral ontstaan na de behandeling van een grotere zenuw en kan enkele weken aanhouden.

Vervolgafspraak
U krijgt altijd een afspraak mee voor een controlebezoek op het spreekuur of voor een telefonisch consult. De resultaten van de behandeling(en) worden dan met u besproken.

Direct naar